Als kleermaker strijk ik iedere dag. De strijkplank staat midden in mijn atelier, en kan
 ik met één druk op de knop aanzetten en gebruiken. In het maakproces is het
goed om veel te strijken, zowel tussendoor, als aan het einde van een project.

Mensen vragen mij vaak hoe ze beter kunnen worden in strijken. De belangrijkste tip
 hiervoor is: oefenen! Want oefening baart kunst.

Het overhemd is één van de lastigste kledingstukken om te strijken, en tegelijkertijd een
 kledingstuk dat na een wasbeurt een goede strijkbeurt kan gebruiken. Mijn eerste tip: neem
 er even de tijd voor, zeker als je beginnend bent. Met een beetje rust en aandacht kom je
 vaak tot het beste resultaat.

Benodigdheden voor het strijken van je overhemd

Begin bij het begin: het strijkijzer. Je kan voor het strijken van een overhemd het best een
 strijkijzer kiezen zonder al te veel extra functies. Gewoon een standaardijzer, met verschillende
 warmtestanden. Stoom of water heb je niet nodig. Dat wil zeggen: niet uit het strijkijzer. Een
 plantenspuit is daarentegen wel handig.

Tips voor een kreukvrij overhemd

• Was het overhemd op 30 graden. Te heet wassen is namelijk niet goed voor het milieu, en bovendien vaak helemaal niet nodig. Met heet strijken dood je bacteriën en vlekken kun je plaatselijk behandelen voordat je overhemd in de was gaat.
• Centrifugeer op maximaal 900
toeren. Laat het overhemd niet (te lang) drogen, maar neem het direct mee naar de
strijkplank.
• De meeste overhemden van (gerecycled) katoen kun je vrij heet strijken. Begin echter nooit op de
 hoogste stand. Je kan altijd wat warmte bij geven als dat nodig is.

Stappenplan voor het strijken van je overhemd

1. Start met het strijken van de kleine onderdelen: kraag, staander en manchetten. Te allen tijde geldt: leg het stuk stof dat je wilt strijken zo plat mogelijk op de strijkplank.
 Dit is in het begin even wat zoekwerk, maar daar krijg je snel routine in.
2. Als je de stof goed hebt neergelegd, begin je met strijken. Druk niet te hard. Laat
 het ijzer het werk doen.
3. Ga verder met de mouwen. Leg de mouwen recht op de strijkplank. De mouwnaad
 onder. Deze kan je plat strijken. Vervolgens strijk je een vouw in de bovenkant van de 
mouw. Op deze manier heb je de achterkant van de mouw direct meegenomen, maar
 zorg er wel voor dat deze ook goed plat ligt.
4. Vervolgens ga je verder met het achterpand. Tip: gebruik een rond perskussen voor
 de coupenaden (als die er zijn). Heb je geen rond perskussen? Dan zal het wat meer
tijd kosten om het overhemd goed plat op je strijkplank te leggen. Neem daar rustig
 de tijd voor.
5. Als laatste het voorpand. Deze doe je als laatste omdat deze het meest zichtbaar is,
en er dus het mooist uit moet zien. Als je start met het voorpand, heb je kans dat het
 voorpand alweer is gekreukt voor je klaar bent.
6. Hang het overhemd aan een hanger en laat het even nadrogen. Doordat het overhemd
 nog wat vochtig is, en al glad is gestreken, zal je zien dat je tot het perfecte resultaat 
komt als het overhemd gedroogd is.

Meestal heb je geen extra water nodig tijdens het strijken van het overhemd. Mocht je wat
 extra water nodig hebben, dan kan je een plantenspuit daar goed voor gebruiken. Dit kan
 bijvoorbeeld goed als je een pand nog een keer wilt strijken, en deze al droog is. 
Zoals ik al zei, het strijken van een overhemd is best lastig, maar geef niet te snel op. Als je 
er wat meer routine in krijgt, dan gaat het vanzelf beter. Succes!