Hoe herken je verschillende stof samenstellingen in je textielproduct?

Elke stof beschikt over bepaalde eigenschappen en kenmerken. Zo kunnen er ook verschillende materialen in één product zijn verwerkt, om elkaar te versterken of uit economisch oogpunt. Maar hoe herken je deze verschillende stoffen die er in je kledingstuk of ander textielproduct zijn verwerkt?

Een handige en vrij simpele methode om achter de grondstoffen van je textielproduct te komen, is door het uitvoeren van een brandproef. Op deze manier kun je het onderscheid in plantaardige vezels (bijv. katoen, linnen), dierlijke vezels (bijv. wol, mohair) en synthetische vezels (bijv. polyester, acryl) maken. 

Het enige wat je nodig hebt voor deze proef is een aansteker, pincet en meerdere garens van het textielproduct wat je wil onderzoeken. (Let op: het is belangrijk dat je de garens vastpakt met een pincet, want de garens kunnen snel branden.) Om erachter te komen uit welke grondstoffen je textielproduct bestaat let je bij de brandproef op het smelten van de vezel, hoe de vezel verbrandt, welke geur hierbij ontwijkt, of het materiaal dooft, hoe de asrest eruit zien en hoe het gareneind na afloop aanvoelt. 

De tekst gaat verder onder de afbeeldingen 

Plantaardige vezels

1. Voor het aansteken: Het garen smelt niet bij het naderen van de vlam;
2. Tijdens het branden: Het garen brandt snel op, waarbij de rook een lichtgrijze kleur afgeeft en de geur overeenkomt met dat van brandend papier; 
3. Na het branden: Het garen blijft nog even nagloeien en het gareneind is zacht. 

Dierlijke vezels 

1. Voor het aansteken: Het garen smelt niet bij het naderen van de vlam;
2. Tijdens het branden: Het garen brandt langzamer op dan een plantaardige vezel, waarbij de rook een lichtgrijze kleur afgeeft en de geur overeenkomt met dat van brandend haar; 
3. Na het branden: Het garen dooft uit zichzelf na het verwijderen van de vlam, hierbij ontstaat er veel as in de vorm van een zwart bolletje en het gareneind is na afloop zacht. 

Synthetische vezels

1. Voor het aansteken: Het garen smelt bij het naderen van de vlam;
2. Tijdens het branden: Polyester en polyacryl branden zeer snel bij het aansteken van het garen en polyamide brandt minder snel, hierbij is een roetende vlam te zien; 
3. Na het branden: De garens branden door na het verwijderen van de vlam, de as die van het garen afkomt is bolvormig en hard en kan niet verpulveren. Het gareneind is hard met uitzondering van polyamide. 

Als het product een blend is van meerdere vezels, dan kan het brandgedrag bij meerdere groepen ondergebracht worden. Bij een blend van viscose en polyester bijvoorbeeld is dan zowel het brandgedrag van een plantaardige- als een synthetische vezel te zien.  

Uiteindelijk kom je er door deze proef snel achter onder welke vezelgroep je textielproduct valt. Voor specifieke vezels in een categorie kan er opvolgend aan een brandproef nog een microscopisch beeld en dampproef worden onderzocht in een lab, maar met deze brandproef kom je zeker al een heel eind!